Deel 2 - Hoe het is om je moeder (jong) te verliezen aan kanker
Over jaar 2 van haar ziekte & het overlijden
2020- Het eerste jaar van Covid. Ook het jaar dat mijn moeder overleed.Â
Als iemand mij aan het begin van dat jaar had gezegd, je moeder leeft nog maar 10 maanden, weet ik niet wat ik met die informatie had gedaan. Ergens in mijn achterhoofd wist ik het wel, en onbewust ga je al in een soort rouwproces, of een proces van acceptatie. Maar het is ook totaal bizar.Â
Covid was voor ons eigenlijk wel een ‘blessing’ in de zin dat ik daardoor veel thuis was met mijn moeder, we veel tijd hebben doorgebracht samen en ook met familie. Het leven stond even stil, letterlijk en ook figuurlijk. Maar ik kon niet stilzitten. Ik was constant bezig met vervolgstappen en bezig met de toekomst. Wil ik hier blijven wonen. Hoe lang gaat alles nog duren. Wanneer gaat het gebeuren. Controle over het process, want mij eraan overgeven was te moeilijk (zie ik nu).Â
Ik weet dat ik het soms het gevoel had dat ik ‘niet verder kon’, dat ik in een soort wachtstand was beland. Ook omdat ik nog bij mijn moeder woonde, had ik nog niet echt een eigen leven of eigen plek en daar verlangde ik wel naar. Maarja, het was niet echt makkelijk om in dat jaar een baan te vinden, plus wist ik ook dat mijn moeder zou overlijden en dus had ik een soort van geaccepteerd ok ik blijf hier totdat ze overlijdt (maar anderzijds was het ook gek om dat te accepteren).
Ik zat dus in een soort tweestrijd met mezelf en dat was lastig. Ik weet nog dat ik een keer met vriendinnen deelde dat ik soms wel dacht ‘laat het nou nu maar gebeuren, ik ben klaar met dat wachten’. Dat het liever snel voorbij was, ik het rouwproces in kon en door kon gaan met mijn leven. Zo voelde dat toen. Ik zie nu dat ik die ‘hardheid’ ook een beschermingsmechanisme was.Â
Want hoe ga je in godsnaam om hiermee?
Aan de ene kant was het fijn om met mijn moeder te wonen en aan de ander kant ook echt wel moeilijk. Ik miste het hebben van een eigen plek waar ik even alleen kon zijn (ik had wel een eigen kamer, maar dat is toch anders), even uit de energie van het huis en mam. Want je bent we constant samen. En tuurlijk onstaan er dan ook irritaties, of wil je gewoon even alleen zijn.Â
Ik kon op een gegeven moment wel terecht bij mijn vader en zijn (inmiddels) vrouw, en dat was heel fijn. Dat ik even kon ‘uittunen’. (Maar ik ging wel altijd weg met een soort schuldgevoel, om mijn moeder achter te laten om naar mijn vader te gaan).Â
Ik hield mezelf ook wel bezig. Ik werkte in de horeca voor zover dat kon, deed een cursus hier en daar, ging af en toe een paar dagen weg. Dat hielp.Â
Op een gegeven moment gingen we lunchen op het strand. Ik, mijn moeder, mijn tante en een vriendin van mij. Beetje eind zomer was dat denk ik. Na afloop zei die vriendin tegen mij ‘Jeetje Flo, ik schrik wel een beetje van hoe je moeder er nu uitziet. Je mag hier wel wat meer met ons (vriendinnen) over delen hoor.’Â
En nu pas, kan ik dat ontvangen.Â
Want mijn coping toen was: ik doe het wel alleen. Ik kan dit wel alleen. Ik ben met mijn moeder, mijn familie en af en toe vriendinnen. Het is oke. Het gaat goed, naar omstandigheden. Maar dat ging het helemaal niet.
Ik heb me achteraf gezien best wel eenzaam en alleen gevoeld in die periode. Want erover praten en erover delen betekende ook het erkennen. Gevoel toelaten. En dat kon ik nog niet zo. Ik zat in een overlevingsstand en wist niet how to deal with it all, en dus deed ik het maar alleen. Â
Ik durfde er ook niet echt over te praten met mensen. Het niet te benoemen of aan te gegven. Want wat zou er gebeuren als ik los zou laten?
Pfoh.
Een vriendin vroeg hier laatst aan mij ‘wat had je toen nodig gehad?’
Dat ik gewoon even los kon laten van alles. Mezelf laten gaan. Voelen. Gedragen worden. Geknuffeld. Vastgehouden. Huilen. Schreeuwen. Dat ik dat aan mezelf kon toestaan.
Nu lukt het me steeds beter om daar wel om te vragen en om het wel toe te laten, maar toen nog niet en dat raakt me nog steeds. Ik was veel te jong om zoiets alleen te doen. Op me te nemen. Maar ik voel hier ook compassie bij- het deels afsluiten voor mijn gevoel was toen wat er voor zorgde dat ik nog kon blijven functioneren als het ware. Dat had ik toen nodig. En dat is oke. Ik kan het nu voelen, en daar gaat het om.Â
Je weet dat het moment gaat komen- het moment dat iemand is uitbehandeld. Voor mijn moeder was dat in Juni 2020.Â
Uitbehandeld. En toen begon het ‘wachten’. Dat je je moeder langzaam af ziet takelen is (zacht gezegd), niet leuk. Of gewoon verschrikkelijk.
Als ze pijn heeft. Zelf verdrietig is. Niet meer naar beneden kan. Niet meer zelf onder de douche. Een bed in woonkamer. Niet meer zelf auto rijden. Thuiszorg die op een gegeven moment komt (wat een verademing is dat, thuiszorg. En wat een fijne mensen, dat was echt een cadeau, dat zij er waren).
Thuiszorg kwam dus. En dat was echt heel erg fijn. Want ik stapte ook wel in de verzorgingsrol. Boodschappen doen. Haar persoonlijke chauffeur (;)). Koken etc, maar er zijn grenzen aan wat ik kon/wilde doen (zoals bv mijn eigen moeder wassen e.d.). En uiteindelijk moesten of ik of mijn broertje ook sowieso elke nacht daar slapen, omdat ze eigenlijk niet meer alleen mocht zijn snachts. En dat deden we met liefde. Maar het was ook echt pittig.Â
Uiteindelijk waren de laatste twee maanden het zwaarst. September & Oktober. Dat waren de maanden waarin echt aftakeling begon. Ik ben in die tijd ook een paar keer met een psycholoog gaan praten en door haar advies heb ik een brief geschreven aan mam en hebben we ook gesprekken opgenomen. Daar ben ik zo ontzettend dankbaar voor. Dat ik dat heb gedaan. Dat ik op mijn manier heb gezegd wat ik wilde zeggen en dat ik nu ook nog materiaal heb om naar terug te luisteren. Mijn moeder vond het moeilijk om zich te openen naar mij. Kwetsbaar op te stellen. Dat vond ik soms wel lastig, dat ik niet zo goed met haar kon verbinden. Dat we niet konden praten over de naderende dood of hoe ze zich voelde of ja, ‘afscheids’ gesprekken.
Mijn moeder heeft tot op haar laatste moment volgehouden dat ze zou blijven leven. We konden daar allemaal wel de humor van inzien, maar het is ook pijnlijk. Dat het ontkennen nog altijd makkelijker is dan het daadwerkelijk omarmen en accepteren. Ik denk dat haar vechtlust er wel voor heeft gezorgd dat ze zich relatief ‘goed’ voelde gedurende haar ziekt, dat in combinatie met alternatieve therapie die ze deed.Â
De aanloop naar iemands overlijden is moeilijk, maar ik zie het ook als een hele liefdevolle tijd. Het brengt mensen samen. Zo waren we veel met familie bij elkaar- mijn broertje, mijn tantes, opa & oma, maar ook vriendinnen van mijn moeder.
Dat alles van het ‘dagelijkse’ leven even wegvalt en het enige wat dan telt is de liefde. Het samenkomen. Momenten koesteren. Warmte.Â
En dan komt uiteindelijk dat andere ene moment waarvan je weet dat het gaat komen.Â
8 november 2020- Mijn moeder blaast haar laatste adem uit sochtends. Met mij, Gijs en een van haar zussen naast zich. Zo had dat moeten zijn. Ik hou van je mam. Laat maar los, laat je maar gaan- het is oké. Het komt goed met ons.Â
Het is niet echt in woorden uit te leggen hoe het is om iemand te zien overlijden, het moment van de laatste ademhaling. Verdrietig is niet het goede woord. Hartverscheurend misschien beter. Maar ook, verlossing. Wetende dat ook zij van haar lijden werd verlost.
Zij was 55 jaar, ik 26.Â
De dagen daarna leef je in een roes. What the actual fuck happened? Ontvangt liefde van mensen. Lieve woorden, berichtjes, bloemen, kaarten. Dat zijn dingen die helpen dan.
De eerste ochtend nadat ze was overleden kwam er een roodborstje op het balkon staan buiten die begon te praten. Oh hé mam, dankjewel dat je even langskomt. You made it to the other side. Fijn.
En nu nog steeds, iedere keer als ik een roodborstje zie, denk ik aan haar.Â
Naar de begrafenis toe leven is ook een gek proces. Je moeder opgebaard zien liggen. Vervolgens gaat ze in de kist. En dan is ze opeens echt weg. Het afscheid in de kerk. Muziek. Foto’s. Speeches.Â
Je maakt het mee maar ook niet echt. Je ‘bent’ er, maar ook niet echt.Â
Vanwege covid konden we niet zoveel mensen uitnodigen bij de dienst, maar eigenlijk was dat wel goed. Een klein en intiem groepje.Â
Na de begrafenis begon het rouwproces. Of naja, die was al wel begonnen al eigenlijk sinds het moment dat we hoorden dat ze ziek was. Maar nu was er meer ruimte. En over mijn rouwproces deel ik in het volgende artikel.Â
Wat ik je mee wil geven van dit verhaal is- deel alsjeblieft. Je hoeft dingen niet alleen te doen, te dragen. Je hoeft niet alleen maar ‘sterk’ te zijn. Koester de momenten die je hebt samen. Altijd eigenlijjk. En laat liefde stromen.Â
See you for part 3,Â
In liefde,Â
Florine